Dit persbericht werd gepubliceerd in Het Belang van Limburg.
Elk kind dat in Vlaanderen woont, krijgt van de Vlaamse overheid een Groeipakket, de vroegere ‘kinderbijslag’. In Vlaanderen kregen vorig jaar 1,6 miljoen kinderen zo een groeipakket. Dat is goed voor een totale overheidsuitgave van meer dan 4 miljard euro. Het Groeipakket bestaat uit een basisbedrag van €169,79 per maand. Afhankelijk van de noden van het kind en het gezin waarin het opgroeit, kan het basisbedrag worden aangevuld met andere tegemoetkomingen. De meest voorkomende aanvullingen zijn de sociale toeslag en de schoolto
slag, deze dienen om kinderen van gezinnen met een beperkt inkomen te ondersteunen. Dat blijkt uit de cijfers die cd&v-welzijnsexperte en Vlaams parlementslid Vera Jans verzamelde. “In Vlaanderen voorzien we voor élk kind en elk gezin een sterk groeipakket. Zo krijgen kinderen in Vlaanderen alle kansen om te groeien en zich te ontplooien. Dat is ontzettend belangrijk, want zij zijn de toekomst,” zegt het parlementslid.
In 2021 kregen in Vlaanderen in het totaal 1.691.988 kinderen een groeipakket. Dat is het hoogste cijfer sinds de aanpassing van de kinderbijslag naar het nieuwe systeem van het groeipakket. Limburg is, met 211.533 kinderen die een groeipakket ontvingen in 2021, de provincie met het laagste aantal. Koploper is de provincie Antwerpen. Daar ontvingen 491.838 kinderen vorig jaar een groeipakket. Om elk kind en elk gezin deze steun te bieden, werd er in 2021 hiervoor maar liefst 4.004.754.941 euro uitgegeven door de Vlaamse overheid. Ook dat is een record sinds de omschakeling naar het systeem van het groeipakket. “Voor onze kinderen trekken we als overheid alles uit de kast, want zijn verdienen alle ondersteuning. Voor elk kind geboren vanaf 2019 is er daarom een startbedrag van €1.167 én een maandelijks basisbedrag van €169,79. Het is belangrijk dat elk kind met een gelijke ondersteuning start. Maar sommige gezinnen hebben nu eenmaal een extra steuntje in de rug nodig. Daarom kan het maandelijks bedrag aangevuld worden volgens specifieke noden, zoals een kind met een beperking of ouders met een beperkt inkomen. Dat is niet meer dan eerlijk,” verklaart Vera Jans.
De helft van de toegekende groeipakketten bevatten enkel het basisbedrag. De meest voorkomende aanvullingen daarop zijn de sociale toeslag en de schooltoeslag. De sociale toeslag dient om gezinnen met een beperkt inkomen te ondersteunen. Bijna 1 op 3 (27,39%) gezinnen die een groeipakket ontvangen, krijgen zo’n sociale toeslag. Als het kind van een gezin met een beperkt inkomen schoolgaand is, ontvangt het gezin een schooltoeslag. In 2021 werden er 451.357 (26,68%) schooltoeslagen uitbetaald. “Jaar na jaar is er een stijging te merken in de toekenning van de sociale toeslag en de schooltoeslag. Dat komt omdat het groeipakket stapsgewijs wordt ingevoerd. Elk jaar komen er steeds meer gezinnen in aanmerking, niet altijd omdat er meer gezinnen er nood aan hebben, maar omdat er meer gezinnen recht op hebben,” voegt Vera Jans toe. Verder kunnen gezinnen ook rekenen op bijvoorbeeld een kleutertoeslag (128.932), een zorgtoeslag voor kinderen met een extra zorgnood (41.002) en een kinderopvangtoeslag (35.875).
Vera Jans: “Het leven is voor iedereen duurder geworden, gezinnen mogen niet getroffen worden. Daarom ook dat cd&v zal pleiten voor het terugdraaien van de besparing op het basisbedrag. Het basisbedrag werd afgelopen jaar maar met 1% verhoogd. Dat moet beter. Aan alle anderen toeslagen werd niet geraakt. In tegendeel, sinds ze in 2019 tot de Vlaamse bevoegdheden behoren zijn ze veel toegankelijker. Ook dat is waarvoor cd&v toen gestreden heeft.”