De alarmbellen in de zorgsector zijn luid en duidelijk. Er is de zeer grote werkdruk door uitval en vacatures die niet ingevuld geraken. “Daar komt bovenop een beleid met een heuse controledrang en een samenleving die meer draait over de rechten van het ‘ik’ dan over de verantwoordelijkheid van een ‘wij’. Het hart en ziel van de zorgsector staat onder druk,” zegt Vera Jans, Vlaams parlementslid voor CD&V.
Onlangs werd ik hartelijk ontvangen door de medewerkers en directieleden van Covida in Genk, een breed netwerk dat zich inzet voor mensen met een beperking. Die dag was het ook de Internationale Dag voor Mensen met een Beperking, de uitgelezen kans dus om met hun in gesprek te gaan. De sector kent veel uitdagingen en onderging in de laatste jaren grote wijzigingen.
In 2017 werd besloten te evolueren naar een persoonsvolgend budget. Vroeger werd de voorziening gefinancierd voor het aantal plaatsen. Eens een plek vrijkwam, liet de voorziening dit weten aan de persoon op de wachtlijst. De mentaliteit is gewijzigd. Tegenover het oude ‘alles of niets’ staat vandaag een zoektocht naar de juiste zorg. Deze evolutie naar ‘zorg op maat’ maakt dat zij steeds meer cliënt worden. Naar analogie met een bedrijf, wordt er een contract opgemaakt waarin de diensten tot in de puntjes worden afgebakend. De persoon is niet langer een persoon met een beperking, maar vooral een klant.
Het lijkt doodgewoon dat aan de voorziening wordt gevraagd: ‘wat betaal ik en welk aanbod krijg ik hiervoor?’ Goede afspraken maken inderdaad goede vrienden. Maar als die afspraken ervoor zorgen dat de zorgverstrekker meer bezig is met administratie en registratie, dan te zorgen, dan is de klepel te ver doorgeslagen. Als beleidsmakers moeten we ons hiervan meer bewust zijn. Vanuit de overheid worden checklisten aangeleverd waaraan voorzieningen moeten voldoen. Het zijn de vele zaken die geregistreerd en vervolgens gecontroleerd moeten worden. Controle is een must, maar overdreven regeldrift staat intussen goede zorg in de weg. Als niet alles voldoende is geregistreerd of afgevinkt, dan duikt er een strenge inspecteur op die ook nog eens de checklist afgaat.
Het verhoogt de druk op de voorziening om alle rechten en plichten tot in de kleinste puntjes op papier te zetten. Ik hoor ze al zeggen: “nog even alles in detail op papier zetten en dan kan ik voor u zorgen”. We moeten erover waken dat het ‘hart en ziel’ dat typerend is voor de sector behouden blijft doorheen de continue evoluties in de sector. Vandaag gaat energie gewoonweg verloren aan het indekken tegen aansprakelijkheid en de schrik om iets verkeerd te doen is verlammend. Hierom hebben mensen in de zorg niet gevraagd. Zij die kiezen voor de zorg willen met de zorgvrager op pad, samen een zorgrelatie uitbouwen en een verhaal schrijven. Zij willen niet dat deze zorg naar de achtergrond verdwijnt.
Wat kunnen we doen? Om te beginnen kunnen we werken aan het regelluw maken van de sector. Al staat dit haaks op de controledrang vanuit de samenleving én het beleid. We moeten weg zien te gaan van die schriksamenleving waarin we ons overmatig willen indekken tegen aansprakelijkheid. Uiteindelijk staat of valt de zorgsector door de mensen die erin zitten. We moeten kunnen zeggen: ‘jij maakt het verschil’ en erop vertrouwen dat de medewerkers (én vrijwilligers) het allerbeste met u voorhebben. En die weg begint vandaag.